3308764
Bij katten: behandeling van menginfecties met onvolwassen en volwassen lintwormen en rondwormen
- Cestoden:
- Nematoden:
Preventie van hartwormziekte (Dirofilaria immitis), indien een gelijktijdige behandeling tegen cestoden geïndiceerd is
Per filmomhulde tablet:
Werkzame bestanddelen:
Hulpstoffen:
Niet gebruiken bij katten jonger dan 6 weken en/of die minder dan 0,5 kg wegen.
Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen.
Oraal gebruik.
Om een juiste dosering te waarborgen dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk bepaald te worden.
Minimum aanbevolen dosering: eenmalige orale toediening van 2 mg milbemycine oxime en 5 mg praziquantel per kg lichaamsgewicht.
Afhankelijk van het lichaamsgewicht van de kat, is de praktische dosering als volgt:
Lichaamsgewicht Filmomhulde tabletten voor kleine katten en kittens 0,5 - 1 kg ½ tablet
1 - 2 kg 1 tablet
Aanwijzingen voor een juiste toediening
Het diergeneesmiddel moet worden toegediend met of na wat voedsel. Dit verzekert een optimale bescherming tegen hartwormziekte.
Het diergeneesmiddel kan ingezet worden in een programma ter preventie van hartwormziekte indien gelijktijdig een behandeling tegen lintworm vereist is. Voor de preventie van hartwormziekte: het diergeneesmiddel doodt Dirofilaria immitis larven tot één maand na de transmissie door muggen. Voor regelmatige preventie van hartwormziekte, heeft het gebruik van een monovalent diergeneesmiddel de voorkeur.
7. Bijwerkingen Katten: Zeer zelden (<1 dier/10.000 behandelde dieren, inclusief geïsoleerde meldingen): Overgevoeligheidsreacties; Systemische aandoening (zoals lethargie)*; Neurologische aandoening (zoals ataxie en spiertremor)* Gastro-intestinale aandoening (zoals braken en diarree)* *In het bijzonder bij jonge katten Het melden van bijwerkingen is belangrijk. Op deze manier kan de veiligheid van een diergeneesmiddel voortdurend worden bewaakt. Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het geneesmiddel niet heeft gewerkt, neem dan in eerste instantie contact op met uw dierenarts. U kunt bijwerkingen ook melden aan de houder van de vergunning voor het in de handel brengen of de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen met behulp van de contactgegevens aan het einde van deze bijsluiter of via uw nationale meldsysteem: adversedrugreactions_vet@fagg-afmps.be.